Skip to main content

Hoewel er geen sprake meer is van extreme woningnood zoals dat het geval was in de jaren ’60 van de vorige eeuw ten tijde van het ontstaan van de kraakbeweging, komt het nog steeds voor dat leegstaande woningen en bedrijfspanden worden gekraakt. Er zijn diverse manieren om tot ontruiming te komen: ontruiming op strafrechtelijke gronden, op last van de burgemeester en krachtens een vonnis van de burgerlijke rechter. Ontruiming van gekraakte panden staat meestal niet bovenaan het prioriteitenlijstje van de burgemeester, politie en justitie zodat ontruiming in de praktijk heel vaak plaatsvindt op basis van een vonnis van de civiele rechter, al dan niet in kort geding om de vaart erin te houden.

Voorwaarde voor toewijzing van een vordering tot ontruiming is dat krakers zich zonder recht of titel in het pand bevinden. In dat geval wordt in strijd met het eigendomsrecht en daarmee onrechtmatig gehandeld jegens de eigenaar. De rechter zal een afweging van de betrokken belangen maken, te weten het belang van de eigenaar om zijn eigendom terug te krijgen en het belang van de krakers om in het pand te blijven. Ingeval van een kort geding moet een spoedeisend belang bij de vordering worden aangetoond. Een dergelijk spoedeisend belang wordt aangenomen ingeval van concrete plannen tot verhuur, sloop, een verbouwing, enzovoorts. Bij toewijzing wordt de krakers een termijn gegund om tot ontruiming over te gaan. Gaan ze niet of niet tijdig tot ontruiming over, dan vormt het vonnis de titel voor een gedwongen ontruiming, al dan niet met behulp van de politie.

Niet alleen de verhuurder/eigenaar, maar ook de huurder kan met kraak worden geconfronteerd. Is het gehuurde gekraakt, dan komt de huurder het recht toe om ontruiming te vorderen. Een huurder heeft voldoende belang bij een vordering strekkende tot ontruiming van het gehuurde als hij bijvoorbeeld contractueel verplicht is om het pand feitelijk te gebruiken en/of hij gehouden is het pand vrij van gebruik en gebruiksrechten op te leveren aan de verhuurder. De grondslag voor ontruiming is te vinden in de Algemene Bepalingen behorend bij de standaard ROZ-contracten. Zo bepaalt artikel 22.3 van de Algemene Bepalingen behorend tot het ROZ-model voor 230a-ruimte (versie 2015) dat het gehuurde vrij van gebruik en gebruiksrechten door huurder moet worden opgeleverd.

Paula van den Berg, pvandenberg@bilt.nl