Geen onderdeel van een categorie

Woningcorporaties en aanbesteden

8 april 2019 – De Europese Commissie stelt zich onverminderd op het standpunt dat Nederlandse woningcorporaties moeten worden aangemerkt als aanbestedende dienst in de zin van de aanbestedingsrichtlijnen en daarom aanbestedingplichtig zijn. In 2017 is de Commissie een inbreukprocedure tegen Nederland gestart. Op 24 januari jl. heeft de Commissie een aanmaningsbrief met aanvullende opmerkingen naar de Nederland gestuurd. Nederland heeft twee maanden de tijd om daarop te reageren. De Nederlandse regering blijft van oordeel dat woningcorporaties niet aanbestedingplichtig zijn omdat zij niet zijn aan te merken als publiekrechtelijke instelling.

Op grond van de Woningwet zijn woningcorporaties op dit moment wel gehouden nieuw te realiseren maatschappelijk vastgoed aan te besteden. Daarvoor geldt een meervoudige aanbestedingsplicht. De Woningwet geeft geen verdere regels over de procedure die daarbij gevolgd moet worden. Woningcorporaties zijn vrij in de keuze van de aanbestedingsvorm als het gaat om de realisatie van maatschappelijk vastgoed.

Er bestaan meerdere soorten aanbestedingsprocedures, zoals:

  • enkelvoudig onderhandse procedure: de corporatie nodigt één ondernemer uit om een offerte uit te brengen of inschrijving te doen;
  • meervoudig onderhandse procedure: de corporatie nodigt een beperkt aantal zelf gekozen ondernemers uit om een inschrijving te doen (deze procedure is het meest gebruikelijk bij bouwprojecten);
  • openbare procedure: de corporatie maakt haar vraag aan de markt bekend en alle geïnteresseerde ondernemers mogen een inschrijving doen;
  • procedure met voorselectie: de corporatie maakt haar vraag aan de markt bekend en er melden zich geïnteresseerde ondernemers bij de corporatie. Uit de geïnteresseerden selecteert de corporatie een beperkt aantal ondernemers om in de tweede stap een inschrijving te doen.

Welke aanbestedingsprocedure het beste kan worden toegepast, zal per opdracht verschillen. Per geval zal moeten worden bepaald welke aanbestedingsprocedure het meest geschikt en proportioneel moet worden geacht. Dat is steeds afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waarbij als relevante omstandigheden gelden:

  • omvang van de opdracht;
  • transactiekosten voor de corporatie en de inschrijvers;
  • aantal potentiële inschrijvers;
  • gewenst eindresultaat;
  • complexiteit van de opdracht;
  • het type opdracht en het karakter van de markt.

Als maatschappelijk vastgoed wordt gerealiseerd als onderdeel van DAEB-vastgoed, is sprake is van een combinatieproject. Volgens de toelichting op de Woningwet geldt bij combinatieprojecten dat een aanbestedingplichtige opdracht niet kan worden ‘weggestopt’ in een groter bouwkundig geheel dat niet aanbestedingplichtig is. De woningcorporatie heeft dan de keuze om enkel het maatschappelijke gedeelte aan te besteden, ofwel het gehele project.

Heeft u vragen over aanbesteding door corporaties? Neem dan contact op met Mark van Langeveld.