5 maart 2021 – De nieuwe Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (“Wbtr”) die met ingang van 1 juli 2021 in werking treedt krijgt weinig aandacht in de onderwijssector. Terwijl deze wet juist ingrijpende gevolgen heeft voor de ontslagbescherming van een bestuurder van een onderwijsinstelling. Een bestuurder verliest namelijk meteen zijn dienstbetrekking als hem overeenkomstig de statuten door zijn werkgever (de Raad van Toezicht) ontslag is verleend. Net zoals dat nu al het geval is bij een B.V. en N.V. wanneer de Raad van Commissarissen een bestuurder de laan uit stuurt.
Nog daargelaten dat een bestuurder ook nu al van de kantonrechter in de meeste gevallen moet wijken als sprake is van een onherstelbare vertrouwensbreuk met de Raad van Toezicht, kan een ontslagen bestuurder volgens de Wbtr niet eens proberen te knokken om zijn dienstbetrekking terug te krijgen. De rechter kan volgens het nieuwe artikel 2:298a van het Burgerlijk Wetboek namelijk geen veroordeling uitspreken tot herstel van de arbeidsovereenkomst. Hooguit kan een bestuurder gaan procederen voor een hogere ontslagvergoeding, maar ook dat zal niet altijd lukken gelet op het wettelijk plafond in de Wet normering topinkomens van € 75.000 bruto voor ontslagvergoedingen welk plafond ook geldt voor onderwijsbestuurders.
Als dan ook nog wordt bedacht dat ontslaguitkeringen voor bestuurders lang niet zo riant zijn als die voor “gewone werknemers” in het Primair en Voortgezet Onderwijs en mogelijk in de nabije toekomst worden ingeruild voor een hogere bezoldiging, rijst de vraag of een loopbaan als bestuurder in het onderwijs aantrekkelijk genoeg blijft. De functie algemeen directeur of voorzitter/lid van de centrale directie met een “gewone” arbeidsovereenkomst zoals bij de meeste schoolbesturen nog enkele jaren geleden veel voorkwam, kan door het wegvallen van de ontslagbescherming van bestuurders weer aantrekkelijker worden.
Een algemeen directeur of voorzitter/lid van de centrale directie valt niet onder summiere CAO’s voor bestuurders, wordt beschermd door de preventieve ontslagtoets en kan in een ontbindingsprocedure bij de kantonrechter behalve de transitievergoeding ook een billijke vergoeding krijgen mocht het ontslag toch overeind blijven. Daarnaast bestaat er in beginsel uitzicht op WW met bovenwettelijke uitkeringsrechten zoals dat voor regulier personeel is geregeld in de CAO PO of CAO VO. De bestuurder valt daarentegen “op de keien” als het mis gaat en de nieuwe Wbtr van kracht is geworden op 1 juli 2021.
Bestuurders ervaren niet zelden hun baan als onaantrekkelijker geworden omdat Raden van Toezicht zich (ook al is dit meestal met de beste bedoelingen) in de praktijk niet terughoudend of toezichthoudend opstellen tegenover de bestuurder met als gevolg een verhoogde kans op een conflict of vertrouwensbreuk. Door invoering van de Wbtr per 1 juli 2021 zal de huidige karavaan van (interim)bestuurders die op zoek zijn naar een baan naar verwachting binnen afzienbare termijn groeien.
Heeft u vragen over de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen en de gevolgen daarvan voor onderwijsbestuurders? Neem dan contact op met Jack Heussen via jheussen@bilt.nl.