Skip to main content

8 juni 2020 – Op 20 mei jl. heeft minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de Tweede Kamer geïnformeerd over een pakket aan maatregelen om het verder oplopend woningtekort het hoofd te bieden. Het woningtekort is op dit moment historisch groot (3,8%). Hierbij heeft de uitspraak van de Raad van State over stikstof een rol gespeeld terwijl vervolgens de COVID-19 pandemie zich aandiende waardoor als gevolg van de in dat kader getroffen overheidsmaatregelen zich een vertraging in de bouw en planvorming heeft voorgedaan.

De coronacrisis zal naar verwachting tot een economische crisis leiden. Als die economische crisis overslaat op de woningmarkt en tot vraaguitval leidt, zal dit invloed hebben op de woningproductie waardoor het op dit moment hoge woningtekort nog verder zal oplopen en de bouwsector verder stil komt te staan. Omdat naar aanleiding van de kredietcrisis van 2008 is gebleken dat een terugval in de woningbouwproductie ook op lange termijn nog voelbaar blijft, acht de minister het van belang dat nu al stappen worden gezet om een terugval in de woningbouwproductie te beperken. Met het protocol “Samen veilig doorwerken” is er voor gezorgd dat de bouw op een veilige manier door kan gaan tijdens de coronacrisis. Daarnaast hebben de daarbij betrokken partijen met de verklaring “Samen doorbouwen aan Nederland” afgesproken alles op alles te zetten om aan de grote vraag naar woningen te voldoen, de verduurzamingsopgave van de bestaande bouw uit het klimaatakkoord door te laten gaan en de structurele aanpak voor de stikstofproblematiek verder uit te rollen.

Om een terugval in de woningbouwproductie verder te beperken wordt een pakket maatregelen geïntroduceerd om door te kunnen bouwen en investeringen, aanbestedingen en opdrachten voor nieuwbouw, verbouw en verduurzaming niet uit te stellen. De doorlooptijd van het bouwen van nieuwe woningen bedraagt gemiddeld 10 jaar. Dit betekent dat nauwelijks maatregelen kunnen worden getroffen die een korte termijn effect hebben. Aan de andere kant geldt dat vanwege doorlooptijd van het bouwen van nieuwe woningen, maatregelen die nu worden getroffen lang zullen doorwerken.

Tegen de achtergrond hiervan stelt de minister voor door verschillende overheidspartijen geplande investeringen door te laten gaan en zo mogelijk te versnellen, obstakels bij procedures weg te nemen, extra capaciteit op het gebied van planvorming in te zetten bij gemeenten, middelen van de woningbouwimpuls naar voren te halen en de bouw van huisvesting voor kwetsbare groepen te versnellen.

Het door de minister aangekondigde pakket aan maatregelen steunt op twee pijlers. Enerzijds zullen investeringen van overheidspartijen zo veel mogelijk doorgaan en zo veel mogelijk worden versneld, zoals investeringen van het Rijksvastgoedbedrijf en investeringen in infrastructurele projecten en maatschappelijk vastgoed. De tweede pijler heeft betrekking op woningbouw en omvat enerzijds de inzet en ondersteuning van flexibele pools van ambtenaren met expertise op het gebied van  planvorming en gebiedsontwikkeling om de gemeenten te ondersteunen en vertragingen bij planvorming en gebiedsontwikkeling te voorkomen. Verder zullen gemeenten worden gestimuleerd in de ontwikkeling van beschikbare woningbouwlocaties.

Daarnaast wordt met de woningbouwimpuls 1 miljard euro beschikbaar gesteld voor de bouw van duizenden betaalbare woningen voor starters en mensen met middeninkomen in regio’s waar de schaarste het grootst is. Gemeenten kunnen een beroep doen op de woningbouwimpuls voor het versnellen van de bouw, het vergroten van het aantal nieuwbouwwoningen in een project of het vergroten van de betaalbaarheid van die woningen voor starters en mensen met een middeninkomen. Vanuit de woningbouwimpuls wordt verder 50 miljoen euro beschikbaar gesteld om de bouw van (flexibele) huisvesting voor dak- en thuislozen, arbeidsmigranten en overige spoedzoekers aan te jagen.

Verder moeten de woningcorporaties meer gaan bouwen. Met Aedes en de VNG heeft de minister afgesproken dat de bouw van 80.000 woningen in de komende vijf jaar met het budget van 1 miljard dat beschikbaar is gesteld in het kader van de Regeling vermindering verhuurderheffing wordt aangejaagd zodat deze plannen zo snel mogelijk worden gerealiseerd. Hierop zal door een taskforce worden toegezien.

Met de ervaringen uit de kredietcrisis moet worden geborgd dat bouwprojecten sneller doorgaan, dat de aanvoer van nieuwe bouwprojecten op peil blijft en dat de capaciteit van de bouw beter op peil blijft dan tijdens de kredietcrisis. Met alle betrokken partijen zal de minister het effect van de aangekondigde maatregelen monitoren en onderzoeken of verdere maatregelen nodig zijn.

Heeft u vragen over de aangekondigde maatregelen om de woningbouwproductie te stimuleren in verband met de coronacrisis, neem dan contact op met Mark van Langeveld via mvanlangeveld@bilt.nl.